All Available Episode
All Season 3 Episode
1. Besturen van een Boeing 737
Het stond al jaren op Toms verlanglijstje, maar echt realistisch leek het niet. Lijnpiloten krijgen een jarenlange opleiding voor ze mogen vliegen. Zelf achter de stuurknuppel van een Boeing kruipen leek echt onmogelijk. Maar André Berger, de hoofdinstructeur van Jetair, herleidde de standaardopleiding tot de essentie. Hij leerde Tom alleen om in perfecte omstandigheden op te stijgen en te landen met een Boeing 737. André zit de hele tijd naast Tom, maar raakt de stuurknuppel niet aan. Hij grijpt enkel in als het fout zou gaan. Een simpel plan, maar wel nog altijd zeer ambitieus. Niemand ter wereld heeft het Tom ooit voorgedaan. Niemand heeft ooit op een maand tijd leren vliegen met een Boeing. Gemakkelijk was het nooit natuurlijk, en Tom zal niet zo vlug opnieuw achter een stuurknuppel kruipen.
2. Extreem rotsklimmen, beklimmen van El Capitan.
El Capitan, gelegen in Yosemite National Park in Californië, is de zwaarste rotsbeklimming ter wereld. Zelfs voor geoefende klimmers is de wand een echte killer. De beklimming duurt verschillende dagen en gaat voortdurend verticaal omhoog. Klimmen, eten, slapen; alles moet Tom boven de afgrond doen, zelfs zijn behoefte doen. Tom vraagt de hulp van enkele professionele klimmers, de Belgen Sean Villanueva en Nicolas Favresse. Zij zijn de absolute top in de klimwereld en gaan mee de uitdaging aan. “Een Marathon des Sables, maar dan verticaal”, noemt Tom het na zijn derde dag op de berg. Maar niet alleen fysiek is het een voortdurend gevecht, ook mentaal weegt de uitdaging zwaar. El Capitan is duizend meter hoog en de angst voor de afgrond gaat nooit weg. Tom was heel blij toen de beklimming achter de rug was.
3. Hoogbegaafd worden, lid worden van knappe-koppenclub Mensa.
Hoe slim je bent, lijkt een vaststaand gegeven. Je wordt geboren met een bepaalde intelligentie en daar lijkt weinig aan te doen. Toch zijn er heel wat handleidingen op de markt die het tegendeel beweren. Tom wil weten of hij effectief z'n IQ kan verbeteren. Hij begint met een eerste IQ-test. De score die hij daarop haalt, zal hij op acht maanden tijd proberen omhoog te krijgen tot 131. Daarmee ben je officieel hoogbegaafd en mag je toetreden tot Mensa, een exclusieve club van de twee procent slimste mensen ter wereld. Toms zoektocht naar meer intelligentie brengt hem bij Dominic O’Brien. O’Brien is achtvoudig wereldkampioen Memory en kent het getal pi tot duizend getallen na de komma uit het hoofd. Hij probeert Tom op een half uur tijd het getal pi tot honderd getallen na de komma uit het hoofd te leren. Hij is ervan overtuigd dat Tom daardoor ook effectief slimmer zal worden. Na acht maanden braintraining doet Tom een tweede test. Zijn score is 128, wat een hoog cijfer is. Maar het is spijtig genoeg drie punten te weinig om hoogbegaafd te zijn. Het hart is hij er niet van in, want z'n hoge score deed hem werkelijk deugd.
4. Bouw je eigen duikboot.
Tom was als kind al enorm gefascineerd door de verhalen van de Franse duikbootbouwer en marineofficier Jacques-Yves Cousteau. De handleiding How to build your own submarine? vormde de perfecte gelegenheid om in de voetsporen te treden van zijn grote voorbeeld. Het blijkt een stuk ingewikkelder te zijn dan het boekje het voorstelt. De eerste pogingen van Tom gaan allemaal jammerlijk de mist in. Tom vraagt raad aan een echte duikbootbouwer en besluit nog één plan uit het boekje na te bouwen. Tom zal proberen om een afgedankte bierton om te toveren tot een echte duikboot. De ultieme test wordt de oversteek van het 25 meter diepe Veerse Meer in Nederland. Tom zal een traject van vier kilometer onder water afleggen. Een uitdaging die niet zonder gevaar blijkt te zijn …
5. Deelnemen aan Belgisch Kampioenschap bodybuilding.
Kan je op acht maanden tijd een echte bodybuilder worden? In die tijd zal Tom zich proberen klaar te stomen voor het Belgisch kampioenschap bodybuilding. Hij gaat voor een podiumplaats en gebruikt daarvoor dé bijbel in het bodybuilden: The Encyclopedia of Modern Bodybuilding van Arnold Schwarzenegger, een standaardwerk uit 1984. Daarnaast krijgt hij hulp van een beul van een coach: de 63-jarige Bill Richardson. Die is Mr Universe geweest in de jaren 80, weet alles van bodybuilding en heeft zijn gym - heel handig - gewoon in Borgerhout. Tom heeft acht maanden alles volgens het boekje gedaan en geleefd en getraind als een bodybuilder. Spijtig genoeg volstond dat niet om Belgisch kampioen te worden. En toch: door de positieve dopingtest van kandidaten die voor hem gerangschikt stonden, wordt hij later alsnog derde in het kampioenschap.
6. Dirigeren van het Nationaal Orkest van België.
In de zesde aflevering waagt Tom zich aan de handleiding Conducting an Orchestra. Hij wil het Nationaal Orkest van België, een van de meest prestigieuze orkesten van ons land, dirigeren op een klassiek topevenement. En Tom mikt meteen hoog; hij zal de Vijfde Symfonie van Beethoven brengen. Het stuk wisselt voortdurend van tempo en het is de job van de dirigent om iedereen alles tegelijk te laten doen. Niet simpel, zelfs voor een ervaren dirigent. Het boekje noemt de Vijfde zelfs “every director’s nightmare”. Dat Tom geen noot muziek kan lezen, helpt ook niet. Dirk Brossé is een van de beste dirigenten van ons land en wil Tom wel helpen, maar is toch bezorgd om Toms ambitie; de Vijfde is jaren studiewerk. Komt daarbij dat de reputatie van het Nationaal Orkest op het spel staat. Tom mag het dus niet verknallen. Dirk dompelt Tom twee weken lang onder in de wereld van de klassieke muziek. Hij laat hem eerst een strijkkwartet dirigeren en dan een orkest van conservatoriumstudenten. Pas dan mag Tom voor het Nationaal Orkest gaan staan. Tom zal enkel de eerste beweging van de Vijfde van Beethoven dirigeren. Dat is een stuk van drie minuten, maar door de tachtig muzikanten is het wel een vuistdikke partituur. Het wordt een intense voorbereiding voor Tom, met meer downs dan ups, maar het optreden ligt vast. Hoe ver hij ook staat, na twee weken moet hij de Vijfde van Beethoven brengen in Bozar in Brussel. Voor een publiek van tweeduizend klassieke muziekkenners die niet echt op iemand als Tom staan te wachten …
7. Schansspringen van de Grote Olympiaschans
Hoe straf zou het wel niet zijn als Tom echt van de schans in Garmisch-Partenkirchen zou springen? Heel straf, maar helaas onmogelijk, dacht iedereen. Tot Tom op een Duitse handleiding stootte en contact kreeg met Marc Nölke, ex-bondscoach van het Oostenrijkse schansspringteam. Marc had ook wel zijn bedenkingen bij de uitdaging, maar wilde Tom wel helpen. Liever onder zijn begeleiding springen dan alleen maar met een boekje, vond hij. Tom kan echt niet skieën en moet vanaf nul beginnen, zelfs gewoon skiën met de speciale schansspringlatten blijkt een probleem te zijn. Pas als hij dat enigszins onder knie heeft, mag hij echt beginnen te springen. Hij gaat van start met een schans van vijftien meter en bouwt van daaruit stilaan op. Tom heeft één voordeel; hij is de eerste Belg die officieel aan schansspringen doet en zodoende ook als eerste een Belgisch record kan vestigen. Hij besluit zich in te schrijven in een plaatselijke schansspringwedstrijd. Zijn tegenstanders zijn honderd Oostenrijkse kinderen. De afstand die hij op die wedstrijd springt, is 12,5 meter. Zodoende staat het officiële Belgisch record schansspringen op 12,5 meter.
8. Tijd om afscheid te nemen
Drie seizoenen Tomtesterom, 21 uitdagingen, momenten van euforie en van complete instorting … Het zit er allemaal op. Tom blikt terug op het laatste seizoen en komt tot de vaststelling dat het genoeg is geweest. Tom is moe. Fysiek en mentaal. Bovendien heeft hij nu echt al zijn jongensdromen verwezenlijkt. Zijn midlifecrisis is nu echt voorbij. Of moet die nog beginnen?